Informatie over de behandeling
De pols bestaat uit zeven botjes, die met elkaar verbonden zijn met banden, ook wel ligamenten genoemd. Door deze banden kunnen de botjes als één geheel gecoördineerd bewegen. Wanneer de band tussen het scheepsvormig bot (os scaphoideum) en het maanvormig bot (os lunatum) scheurt (SL laesie) ontstaat er speling tussen de botjes en bewegen ze niet meer als één geheel. De botjes gaan wrikken, waardoor pijn en zwelling optreedt en het gewricht op den duur kan slijten. Het is daarom belangrijk deze gescheurde band te repareren. Wanneer hechten niet meer mogelijk is, moet een hersteloperatie of reconstructie verricht worden. Deze reconstructie heet een Brunelli plastiek. Hierbij wordt met behulp van een deel van de buigpees van de pols het scheepsvormig bot weer in zijn normale positie geplaatst. Door het plaatsen van een klein ankertje wordt ook de verbinding tussen het os scaphoideum en het os lunatum hersteld.
Handtherapie na een Brunelli plastiek
Na een Brunelli plastiek volgt een intensief traject van handtherapie.
Na de operatie krijgt u een gips dat twee weken om uw pols moet blijven zitten. U moet meteen beginnen met het bewegen van uw vingers. Het vocht (oedeem) dat na de operatie in de hand zit, wordt daardoor sneller afgevoerd. Bovendien blijven de pezen zo soepel door het operatiegebied glijden.
Daarna krijgt u een spalk en kunt u beginnen met de eerste oefeningen. Onder begeleiding van de fysiotherapeut werkt u aan het lenig en sterk krijgen van uw pols en worden de littekens behandeld. Zo nodig gebruikt de fysiotherapeut mobiliserende handgrepen om de beweeglijkheid te verbeteren. Er worden oefeningen gedaan om de kracht in uw pols en hand te vergroten. We gebruiken hiervoor een opbouwend spierversterkend en stabiliserend polsprogramma. Er wordt in het eerste stadium gebruikt gemaakt van bijvoorbeeld Theraputty, een elastisch kneedmateriaal, en van gewichten van verschillende zwaarte. In een later stadium doen we krachttraining voor de gehele arm waarbij ook fitnessapparatuur wordt ingezet.
Herstel
De gehele revalidatie neemt gemiddeld zes maanden in beslag, gerekend vanaf de operatie. Na drie maanden is de pols meestal weer zo hersteld dat u uw werkzaamheden kunt hervatten. Dit hangt uiteraard ook af van het werk dat u doet.
Meestal blijft er maar een kleine bewegingsbeperking van de pols over en lukt het om tenminste 70% van de oorspronkelijke knijpkracht terug te oefenen.
De metingen die voor de operatie gedaan zijn, worden herhaald na drie maanden, na zes maanden en na een jaar. Op deze manier krijgen we een goede indruk van uw herstel.
Contact
Wilt u een consultafspraak maken of meer informatie hebben. Bel dan ons informatiecentrum.
Neem telefonisch contact op: |
|