Informatie over de behandeling
Het Carpaal Tunnel Syndroom (CTS) ontstaat door beknelling van een belangrijke zenuw in de pols, de nervus medianus of middenhandszenuw. De zenuw loopt door een tunnel die aan de bovenzijde wordt afgesloten door de dwarse polsband. Wanneer het bindweefsel in de tunnel gaat zwellen, raakt de zenuw bekneld.
Het dragen van een polsbrace (spalk) gedurende de nacht heeft vaak een gunstig effect op de symptomen. Een injectie met corticosteroïden kan een vroege CTS genezen.
Het kan zinvol zijn handtherapie te volgen. De behandeling bestaat over het algemeen uit het aanleren van een goede polshouding en een juist gebruik van de hand tijdens uw dagelijkse activiteiten, werk en sport. Daarnaast volgt u een spierversterkend en stabiliserend polsprogramma.
Als de klachten niet verminderen door bovenstaande behandelingen of langer dan drie maanden bestaan, kunt u geopereerd worden (Carpaal Tunnel Release).
Handtherapie na een Carpaal Tunnel Release (CTR)
De eerste drie dagen na de operatie draagt u overdag een mitella. Het is belangrijk dat u de vingers gedurende deze periode regelmatig beweegt (strekken en buigen), om te voorkomen dat uw hand stijf wordt.
Na drie dagen kunt u de hand en pols weer voorzichtig in toenemende mate onbelast gebruiken. In principe mag u de hand na twee weken weer normaal gebruiken.
Na de operatie bestaat er een tijdelijk verlies aan (knijp)kracht. Herstel hiervan duurt doorgaans twee tot drie maanden.
De handtherapeutische behandeling is over het algemeen kort. De handtherapeut helpt u met het weer soepel maken van de pols en vingers, het soepel maken van het litteken en het opbouwen van kracht, waardoor u weer zo optimaal mogelijk kunt functioneren.
Ervaringen
Contact
Wilt u een consultafspraak maken of meer informatie hebben. Bel dan ons informatiecentrum.
Neem telefonisch contact op: |
|