Informatie over de behandeling
Bij het Radial Tunnel Syndroom, ook wel posterior interosseous syndroom of PIN-syndroom genoemd, zit de radiale onderarmszenuw aan de strekzijde van de onderarm (nervus radialis) beklemd. Dit geeft vage pijnklachten aan de bovenzijde van de onderarm. Er is ook sprake van krachtsverlies. De klachten nemen toe bij activiteiten. Vaak is er een verhoogde spierspanning in de spieren net onder elleboog. Normaal gesproken zijn er geen tintelingen voelbaar, maar wanneer de beklemming hoger gelegen is, zijn er meestal wel tintelingen op de bovenkant van de hand.
De klachten verdwijnen meestal met rust, fysiotherapie, houdingsaanpassingen en ergotherapie. Er kan ook geopereerd worden, maar een chirurgische behandeling heeft een wisselend succes.
Handtherapie
De ergotherapeut kan een spalk aanmeten die uw arm rust geeft. De fysiotherapeut kan met massage de spier proberen te ontspannen (detoniseren) en met rektechnieken (stretchen) de druk op de zenuw verminderen waardoor uw klachten (langzaam) kunnen afnemen. Als dat onvoldoende resultaat heeft, kan een operatie noodzakelijk zijn.
Wordt u geopereerd, dan draagt u de eerste een tot twee dagen erna een mitella. Het is belangrijk dat u de vingers, de pols en de elleboog gedurende deze periode regelmatig strekt en buigt, om te voorkomen dat uw hand stijf wordt en de zenuw in het littekengebied vastgroeit. De handtherapeut vertelt u hoe u dat moet doen en helpt u daarbij.
Na drie dagen kunt u de hand en arm weer voorzichtig in toenemende mate onbelast gebruiken. In principe mag u de hand en arm na twee weken weer normaal gebruiken. De handtherapeut begeleidt u verder, behandelt het litteken en oefent met u om de beweeglijkheid en kracht weer terug te krijgen.
Contact
Wilt u een consultafspraak maken of meer informatie hebben. Bel dan ons informatiecentrum.
Neem telefonisch contact op: |
|