Marli von der Fuhr (16): “Ik speel vaak piano en ik dans ook graag, ik ben dus veel bezig met mijn handen. Als ik ergens lang mee bezig was, voelde ik een zeurende pijn. Dat zit wel in de familie; mijn moeder heeft ook vaak last van haar handen gehad. Het duurde al een tijdje en op een gegeven moment ben ik er toch maar mee naar de huisarts gegaan. Die verwees me door voor handtherapie.

Blijkbaar heb ik hypermobiele vingers. Al mijn vingers zijn overstrekt als ik ergens hard mee bezig ben. Daarnaast zijn mijn duimen en mijn pinken iets te flexibel. Met de therapie hebben we daar vooral aan gewerkt. De ergotherapeut heeft bandjes gemaakt voor mijn duimen en pinken. Die heb ik zo’n drie, vier maanden gedragen. Daarna hebben we het weer afgebouwd. Ook kreeg ik oefeningen voor het opbouwen van kracht en coördinatie van mijn vingers.

In totaal heb ik zo’n acht maanden handtherapie gehad. Ik moest ook thuis oefeningen doen. Het was best intensief maar ik was heel gedreven; ik wilde echt van die klachten af. En dat is gelukt, ik ben nu helemaal klachtenvrij. De handtherapeuten wisten niet zeker of dat zou gaan lukken, omdat mijn vingers hypermobiel zijn. Maar door die oefeningen zijn ze een stuk sterker geworden en hebben ze niet meer zo’n eigen wil. Ik kan nu weer dansen en piano spelen zonder pijn, en ook andere dingen gaan makkelijker. Zo kan ik bijvoorbeeld voor carnaval mijn eigen jasje naaien, iets waar ik voorheen veel moeite mee had.”